Een handje vol?

De groottes van de porties worden vaak nogal stellig op de verpakkingen vermeld (“een portie chips is 25 gram”), maar wie bepaalt die groottes? Met welk doel? En hoe kunnen die porties zo uiteenlopen?
artikel gaat verder onder de foto's; klik op een foto voor een grotere versie
Wat is het dieet van een huiskat toch heerlijk overzichtelijk. In een tabel op de verpakking staat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid brokjes per ‘kilo kat’. De kat die mij iedere ochtend verwachtingsvol aankijkt, is een kilo of vier, en iets anders eten mag ze niet van de dierenarts. Dat betekent dat ze tussen de 40 en 60 gram brokjes mag, afhankelijk van haar activiteit. Ze speelt af en toe met het rubberen balletje en je gunt zo’n beestje toch het beste, dus vaak wordt het de ruimste portie. Iedere dag 60 gram. Klaar is kees. Lekker makkelijk bij zo’n huisdier.

Menseneten

Nee, dan menseneten. Wij eten zoveel verschillende dingen op een dag. Hoe bepaal je dan in hemelsnaam wat ‘een portie’ is? Het lijkt onbegonnen werk om daar iets zinnigs over te zeggen. Toch vermelden veel merken het nogal stellig op hun verpakking. Een portie drop? 10 gram! Een portie olijven? 25 gram. Een portie pinda-M&M’s? 42,8 gram!

Het is soms van een nauwkeurigheid waar de keukenweegschaal zich geen raad mee weet, maar afgezien daarvan: waarom vermelden die bedrijven toch eigenlijk die porties?

Allereerst is er het idee dat mensen de wettelijk verplichte vermeldingen per 100 gram te ingewikkeld vinden. Wat zegt het dat er 535 calorieën in 100 gram chips zitten, als je niet weet hoeveel je ervan eet?

Consumenten nudgen

Een bedrijf als Albert Heijn redeneert daarom vanuit “realistische porties”. In het geval van chips is dat een schaaltje, en in dat schaaltje zit volgens Albert Heijn dan 25 gram. De keten leunt daarbij sterk op gegevens van het Voedingscentrum. Als je eenmaal weet hoe groot de porties zijn die mensen nemen, zo redeneert Albert Heijn, dan kun je “klanten inzicht geven in de daadwerkelijke calorieën en andere voedingswaarden die ze bij het eten van een portie binnen krijgen.”

Veel bedrijven noemen nog een reden voor die portiegroottes op de etiketten: om mensen een bovengrens te suggereren van een bepaald product, of in de woorden van PepsiCo: “We willen consumenten nudgen naar wat wij zien als een verantwoorde portie.”

PepsiCo, die ook Lay’s Chips maakt, baseert zich daarbij op de European Snack Association. Die internationale organisatie raadt aan niet meer dan 50 gram chips per keer te eten, en de makers van Lay’s chips zien in dat advies ruimte voor een marge. Bij kleine zakjes Lay’s chips bestaan de porties uit 27,5 gram, bij grotere zakjes het dubbele.

Berglandschap

Er zijn veel verschillende manieren dus om een portie vast te stellen. En dan hebben we het nog maar over één product bij twee bedrijven. Als je verder informeert, waaieren de manieren om een portiegrootte vast te stellen nog veel verder uiteen. Het aantal grammen per portie zijn daardoor al even variabel. Zo bestaat een portie kaasblokjes bij de één uit 6 gram en bij de ander uit 50 – toch een verschil van 700%.

Daarbij kun je je nog afvragen hoe realistisch die “realistische porties” eigenlijk zijn. Om nog even terug te gaan naar dat schaaltje chips van Albert Heijn, waar 25 gram in zat. Welk schaaltje is dat? Gaat het dan om dat grote of dat kleine schaaltje in de kast? Gaat het uit van een polder- of een berglandschapje chips? En als we helemaal eerlijk zijn: komt er aan het wegsnaaien van chips wel altijd een schaaltje te pas?

Dan blijft er nóg iets wringen. Die porties blijven tenslotte maar gebaseerd op een gemiddelde mens. Alsof een peuter hetzelfde zou moeten eten als een boom van een kerel.

De British Dietetic Association kwam daarom een paar jaar terug met het advies de hand als meetlat te nemen: een wijsvinger is een goede maat voor chocola, een handpalm voor noten, enzovoort. Kleine handen en kleine lijven krijgen op die manier minder binnen. Maar dat systeem heeft nooit breed ingang gevonden.

Sommige bedrijven wíllen ook wel fijnmaziger adviseren, maar worden daarbij in de weg gezeten door Europese regelgeving. Een woordvoerder van Iglo bijvoorbeeld over hun vissticks: “We mogen op de verpakking geen verschillende adviezen geven voor kinderen en voor volwassenen. Maar laten we wel wezen: die vissticks zijn juist bij kinderen populair, dus adviseren we op onze website iets nauwkeuriger. Daar is te lezen dat een portie voor volwassenen uit vijf en voor kinderen uit drie vissticks bestaat.”

Apps

Al met al dringt de vraag zich op of de consument iets heeft aan die portievermeldingen. Nadat uit een onderzoek van de Consumentenbond in 2016 was gebleken dat consumenten er op dit moment in ieder geval geen touw aan kunnen vastknopen, pleitte de bond allereerst voor eenduidiger standaardportie, maar als dat er niet in zit, dan zou de bond er ook niet rouwig om zijn als de porties van de verpakking verdwenen.

Er zijn ook alternatieven. Uit divers onderzoek blijkt dat mensen zich meer laten leiden door de foto’s, dan door de teksten. Hoe voller een bakje M&M’s op de verpakking, hoe vrijer mensen zich voelen zichzelf riant van snoep te voorzien.

En op allerhande apps als Lifesum en MyFitnessPal kun je je leeftijd invullen, je lengte, geslacht en vervolgens wat je sport en wat je eet. Het pak borrelnoten kan je tenslotte wel vertellen dat een portie van 30 gram alleszins redelijk is, maar de app is slimmer: die beoordeelt of die zak borrelnoten met goed fatsoen nog open kan als je ’s ochtends al een stuk taart hebt gegeten en je de rest van de dag ook bepaald geen marathon gelopen hebt.

Intussen is er natuurlijk nóg een manier om te voorkomen dat je al te royaal uit de zak met noten graait, maar die vergt discipline. Want je hóéft al dat lekkers natuurlijk niet te kopen. Hoe minder je in huis hebt, hoe minder je kunt zwichten voor dat te groot portie. En een tweede. En een derde.